Door elkaar geschud worden in West-Nepal

11 september 2013 - Tansen, Nepal

Namaste again!

Ik begreep dat ik in mijn vorige blog was vergeten te vermelden dat bij de yurt in noordwest China geen toilet, douche, water en een bed was. Had ik natuurlijk even moeten beschrijven dus bij deze alsnog. Het ontbreken van een wc werd opgelost met een enorm gat in de grond waar een paar planken boven gelegd waren. Eenmaal op die planken staand keek je naar echt een enorme berg poep onder je. Oké... En er was dus geen water. Nee niet alleen geen stromend water (geen koude douche of kraan) maar überhaupt geen water. Dus je handen wassen om maar iets simpels te noemen zat er even  niet in. In de yurt waren alleen een kacheltje, een laag tafeltje en 20 dekens aanwezig. Eten deden we al zittend op een deken aan de lage tafel en toen we wilden slapen hebben we vakkundig van de dekens een bed gebouwd. 15 dekens om als prins en prinses op de erwt op te liggen. En nog 5 dekens om onder te slapen, ja t kan best koud worden op 2000 meter hoog. Anyway, we hadden prima geslapen. 
Na China zijn we samen naar Nepal gevlogen. Martijn zijn retourticket naar Nederland was tenslotte uit Kathmandu. Op de vraag - in de koekblik-taxi (echt!!) van airport naar de wijk Boudhanath - hoelang we in Nepal bleven hebben we enige verwarring gezaaid. Want het lag eraan aan wie ze de vraag stelden. Vroegen ze het aan Martijn dan was het antwoord drie dagen, maar werd de vraag aan Baukelien gesteld dan was / is het antwoord drie maanden. Nou daar snapte ze niks van, en wij zelf eigenlijk ook niet... Afscheid nemen zal nooit mijn favoriete bezigheid worden.

Ondertussen ben ik dus weer alleen op reis. Maar gelukkig wel in Nepal. Een land dat ik van een ongekende schoonheid vind. In Nepal heb ik (nu al) zulke mooie uitzichten en landschappen aan mij voorbij zien trekken, veel pure en ruige natuur. En dat gecombineerd met een intrigerende cultuur, daal baath eten en vriendelijke open mensen maakt voor mij dat Nepal een van de mooiste landen is die ik in mijn leven tot nu toe heb mogen aandoen. 
Maar het is hier lang niet alleen pracht en praal. Verre van. Het leven is heel hard hier voor veel mensen. Terwijl ik deze blog gedeeltelijk in Lumbini zit te typen kijk ik uit op straat. Naast een luxe toeristenbus wordt een kar achter een tractor volgeladen met zeker 35 vrouwen en kinderen in de mooiste kleuren sari's en kleding. Ze zitten op de harde vieze grond van de laadbak en hosten en botsen straks naar hun bestemming. De contrasten als deze (toeristenbus naast volgeladen laadbak tractor) zijn talrijk in dit land.

Nepal is naar bbp gemeten een van de armste landen in de wereld. Veel mensen moeten rondkomen van minder dan een euro per dag. Mensen moeten veelal hard werken en verdienen weinig, goed geschoolde jeugd vertrekt naar het buitenland, er zijn heel veel dagen dat er amper stroom is. Water is er dan wel weer talrijk, Nepal is een van de waterrijkste landen ter wereld itt tot India...
Nepal lijkt voor mij wel weer erg op India maar er zijn ook hele grote verschillen. Zo zijn er veel minder mensen, minder gearrangeerde huwelijken, het is rustiger op straat, er is minder herrie, minder viezigheid en minder stank. En wat Nepal voor mij absoluut voor heeft op India. Je mag er ook relaxen. Daar waar dat in India eigenlijk nergens kan zijn er in Nepal naast heel veel straateetstalletjes ook veel plekken met een stoel om even uit te rusten van het reizen, of zelfs lekker even te blijven zitten en te lezen. Maar dat is wel allemaal relatief, namelijk voor mij in vergelijking tot India... 
Daarnaast heeft Nepal wel weer het heerlijke (ook veel Indiase) eten, de muziek is overeenkomstig, de vele festivals, de heilige koeien op straat, het gek vinden dat je alleen reist en altijd je naam en land van herkomst willen weten. Wat beide landen ook gemeen hebben is de zorg voor een net uiterlijk, hoe arm je ook bent,  mensen zullen altijd hun best doen er netjes uit te zien. Schone kleren, kleurig, niet kapot. Toch, van veel mensen die ik zie zou het me niks verbazen als ze twee shirts en twee broeken hebben, dragen ze de een dan wassen ze de ander in de rivier en kan die morgen weer aan. 
Alles (nouja bijna alles) gebeurt in dit land wel op straat;  kleren wassen, eten bereiden, eten opeten, afwassen, jezelf wassen (hij met onderbroek aan en zij met sari aan), bedelen, ruzie maken en weer goedmaken, spullen verkopen en tussen alles door rijden de (mini)bussen, auto's, taxi's, fietsrickshaws, lopen de koeien, kippen, geiten enz. Het blijft een prachtig schouwspel om naar te kijken. Ik heb er voorlopig nog geen genoeg van!

Omdat ik nu een visum van drie maanden voor Nepal heb, ervaar ik weer alle tijd om van de gebaande toeristenpaden af te wijken. Dat gaat niet altijd van harte, want in Nepal rijden eigenlijk maar op drie (belangrijke toeristen) plekken toeristenbussen. Verder moet alles met de lokale bus. Dus ik reis nu alles met de lokale bus. Die bussen zijn oud en vies en zitten eigenlijk altijd overvol (het bustarief is erg laag en het kan eigenlijk pas uit als de bus afgeladen vol zit). De wegen in Nepal zijn slecht, vol kuilen en gaten en zonder vangrails. En de bussen zijn nog slechter. Dat gecombineerd levert een boel hotsen en botsen en door elkaar geschud worden op. Straatverlichting kennen ze, op enkele plekken in de steden na, ook niet.  Dat maakt dat als je in een bus zit die snachts door de smalle bergwegen omhoog kronkelt of zich omlaag stort, hij dat alleen op zijn grote licht doet. En als je weet dat je in heel Nepal misschien net genoeg vlakke grond kan vinden om een sportveld aan te leggen dan gaat de bus ook nog wel eens door de bergen. Met een gemiddelde snelheid van 30km/u mag je blij zijn. Met dan, zolang het licht is, wel meer de meest prachtige uitzichten :-)

Met de lokale bus ben ik van Kathmandu naar Gorkha en Bandipur gereden, twee bergdorpjes. Wat ik heel grappig vond, bij Bandipur was een adverteer bordje voor een guesthouse omgevallen. In plaats van naar rechts wees de pijl nu omhoog. Naar de lucht dus. En op het bordje dat gericht stond op de hemel stond geschreven" deluxe rooms available" :-)
Onlangs ging ik met de bus van Pokhara naar het Bardia Nationaal park, deze busrit duurde van 13u smiddags tot half zes de volgende ochtend. En dat was 16,5 uur hotsen, klotsen en botsen in de bus op een stoel die maar een stand had, semi-liggen. Ik was de enige westerling in de bus. Eerst word je dan, net als overal, als een wit vreemd wezen aangekeken, maar naarmate de reis vordert komt er toenadering. Altijd leuk, het blijven bijzondere ontmoetingen om te koesteren.
Het Bardia Nationaal Park in West Nepal legt in afgelegen gebied en was dan ook extreem rustig. Ik was zo goed als de enige toerist. Dar was dan weer niet heel ontspannen maar het park was prachtig, stil en groen. En met mijn goede gids hebben we (gelukkig op afstand) zelfs neen aantal wilde dieren gespot. Ook Lumbini (geboorteplaats Boeddha) was de moeite van een bezoekje waard al wordt het toerisme hier juist wel weer goed uitgebuit. Momenteel ben ik in Tansen, een dorpje in de bergen, prachtig om rond te lopen en van het uitzicht te genieten. Dus dat ga ik maar weer doen. Want voor Nepal blijft de toeristenindustie een belangrijke bron van inkomsten, ik ga er weer mijn steentje aan bijdragen! :-)

Lieve reisgroeten, Baukelien

2 Reacties

  1. Sabina:
    16 september 2013
    Hoi baukelien
    Heerlijk om even mee te reizen met he verhaal. Wij hebben een sponsorkind in Nepal ( kan niet zo snel vinden waar ze precies woont). Geniet van je reis.
    Groeten Sabina
  2. Carolien:
    17 september 2013
    Ha Baukelien! Jij hobbelt (reist) nog steeds heerlijk door zo te lezen- good on you!! X